Wetsvoorstel

Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie

Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie 1920 1000 Caspar van der Winden

Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft vandaag (14 maart 2023) het wetsvoorstel “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie” aangenomen.

Turboliquidatie

De wet heeft als doel om de versnelde ontbinding van een rechtspersoon, zoals een NV, BV of stichting, te reguleren wanneer deze geen activa meer heeft. Dit wordt ook wel een turboliquidatie genoemd. Er bestaan zorgen over deze praktijk, vooral wanneer een rechtspersoon nog schulden heeft en schuldeisers hierdoor moeilijkheden ondervinden om juridische stappen te ondernemen.

Deponeren financiële verantwoording

Om het vertrouwen in de turboliquidatie te verbeteren, bevat het wetsvoorstel een verplichting voor het bestuur om financiële verantwoording af te leggen en deze openbaar te maken door middel van deponering bij het handelsregister. Schuldeisers moeten hiervan op de hoogte worden gesteld en hebben het recht om inzage te krijgen in de administratie van de ontbonden rechtspersoon als er vermoedens zijn dat de verantwoordingsverplichting niet is nageleefd.

Bestuursverbod

Daarnaast maakt het wetsvoorstel het mogelijk om bestuurders langs civielrechtelijke weg een bestuursverbod op te leggen als er sprake is van niet-naleving van de deponeringsverplichting, doelbewuste benadeling van schuldeisers in aanloop naar de ontbinding, of herhaaldelijke betrokkenheid bij een ontbinding zonder baten of faillissement waarvoor hen een persoonlijk verwijt treft.

De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Act on Responsible and Sustainable International Business – New legislation

Wet voor evenwichtiger man-vrouw verhoudingen in de top

Wet voor evenwichtiger man-vrouw verhoudingen in de top 1920 1000 Corpvision

Per 1 januari 2022 is de Wet Evenwichtiger verhouding van zetels tussen mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen’ in werking getreden. Deze nieuwe wet heeft als doel om de man-vrouwverhoudingen in de top van het bedrijfsleven te verbeteren en geldt voor beursgenoteerde vennootschappen en vennootschappen (BV’s en NV’s ) die als ‘groot’ kwalificeren. Kort gezegd introduceert de wet twee maatregelen: het ingroeiquotum en de streefcijfers.

Ingroeiquotum

Het zogenaamde ingroeiquotum is van toepassing geworden op raden van commissarissen van beursgenoteerde vennootschappen en moet resulteren in een meer gebalanceerde man-vrouwverhouding binnen de raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven: een raad van commissarissen moet uiteindelijk bestaan uit ten minste één derde man en één derde vrouw. Op grond van het ingroeiquotum zal een benoeming van een nieuw lid van de raad van commissarissen – behoudens uitzonderingen – nietig zijn indien de benoeming niet leidt tot een meer evenwichtigere verdeling van de man-vrouwverhouding. Het voorgaande is ook van toepassing op de niet-uitvoerende bestuurders in een one-tier bestuursmodel.

Streefcijfers

Voor vennootschappen die als ‘groot’ kwalificeren heeft de wet een verplichting geïntroduceerd om passende en ambitieuze doelen in de vorm van een streefcijfer vast te stellen om de man-vrouwverhouding binnen het bestuur, de raad van commissarissen en hogere leidinggevende functies, evenwichtiger te maken. Deze doelen dient een vennootschap vast te leggen in een plan van aanpak.

Jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar, dient een vennootschap aan de SER onder meer te rapporteren over de streefcijfers en in hoeverre de doelen zijn gehaald.

De SER heeft eerder aangegeven dat de meeste bedrijven nog niet voldoen aan de vereisten van een evenwichtige verhouding binnen de top. Daarnaast zijn veel bedrijven nog niet gestart met de benodigde voorbereidingen. Gezien het feit dat de wet inmiddels in werking is getreden is het de verwachting dat de verhouding binnen de top binnenkort op de bestuursagenda’s zal verschijnen.

Wetsvoorstel UBO-register voor FGR’s en trusts

Wetsvoorstel UBO-register voor FGR’s en trusts

Wetsvoorstel UBO-register voor FGR’s en trusts 1920 1000 Corpvision

Onlangs heeft Eerste Kamer de ‘Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies’ aangenomen. De implementatiewet regelt de invoering van een UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies zoals een fonds voor gemene rekening (FGR). Aangezien het UBO-register voor andere rechtsvormen reeds is ingesteld, is er binnenkort niet meer aan een UBO-registratieverplichting te ontkomen. Het is de verwachting dat het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies, dat beheerd zal worden door de Kamer van Koophandel, later dit jaar in werking zal treden.

De trust komt in Nederland nauwelijks voor, echter veel beleggingsfondsen worden gestructureerd als FGR. Met name voor betrokkenen bij zo’n fonds/FGR heeft het nieuwe UBO-register gevolgen. Na inwerkingtreding van het UBO-register zal de beheerder van een fonds de relevante gegevens binnen drie maanden moeten aanleveren bij de Kamer van Koophandel. Naast enkele relevante gegevens over de FGR (naam, datum/plaats van oprichting, doel) zullen dit de personen zijn die als UBO worden aangemerkt: de beheerder van het fonds, de bewaarentiteit van het fonds en alle participanten in het fonds met een belang van ten minste 3%. Aangezien alleen natuurlijke personen kunnen kwalificeren als UBO zal dit betekenen dat de UBO’s (of pseudo-UBO’s) van de beheerder en bewaarentiteit moeten worden ingeschreven.